Nog geen account? Account aanmaken
Het signaal, ofwel de frequentie kan vaak op meerdere manieren overgebracht worden op een kabel of leiding. De eerste mogelijkheid is inductie. Dit betekent simpelweg dat het apparaat een frequentie uitzendt, wat vervolgens de grond ingaat en overgebracht wordt op een ondergrondse kabel of leiding. Hierbij zijn drie dingen erg belangrijk:
De frequentie kan tevens overgebracht worden met een directe verbinding. De standaard meegeleverde aansluitklemmen kunnen ingeplugd worden in de signaalgenerator en vervolgens direct op het geleidende metaal van een kabel of leiding worden gezet. Deze aansluitkabel heeft twee klemmen; een rode en een zwarte. De rode klem wordt aangesloten op de kabel of leiding en de zwarte dient als aarde. Dit kan op de aardepen of op een bestaande geaarde aansluiting.
Let op: bij deze directe aansluiting wordt de klem rechtstreek op een kabel bevestigd. Daarom mag er geen spanning op de kabel staan. Voor stroomvoerende kabels kan een optionele signaalklem gebruikt worden. Deze kan gemakkelijk om de mantel van een kabel geplaatst worden, waardoor er aan de binnenkant van de klem een magnetisch veld ontstaat. Het signaal wordt vervolgens overgebracht op de kabel die erdoorheen loopt.
De signaalgenerator kan met meerdere accessoires gecombineerd worden, bijvoorbeeld een signaalklem of een signaalhaspel. Een haspel bestaat uit een glasvezelkabel die van binnen is voorzien van een koperdraad. Op deze koperdraad kan de frequentie van de generator gezet worden, wat ideaal is om loze leidingen, riolen of afvoerbuizen te detecteren die niet van geleidend materiaal gemaakt zijn.
Met een lichtnetaansluiting kan een signaal worden overgezet via een stopcontact met een bestaand net. Deze aansluiting wordt aangesloten op de signaalgever en vervolgens op het stopcontact. Vaak wordt deze op het stopcontact in de meterkast aangesloten, omdat deze vervolgens een signaal zet op alle geleidende metalen kabels en leidingen die via de meterkast lopen. Omdat dit vaak allemaal verbonden is via de meterkast komt het op bijna elke kabel of leiding, wat het detecteren eenvoudiger maakt.
De signaalgever wordt in verschillende uitvoeringen gemaakt. Zo is een standaard generator uitgerust met een uitgangsvermogen van 1 Watt. Dit vermogen zegt iets over de overdragingskracht: hoe hoger het aantal Watt hoe krachtiger het signaal. Zo zijn de signaalgeneratoren van Leica bijvoorbeeld ook beschikbaar in een 3 Watt variant.
De standaard frequentie die zo'n apparaat genereert, is 33 kHz. Dit is een geoptimaliseerd signaal dat goed te detecteren is door een kabeldetector. Sommige generatoren kunnen ook andere signalen genereren. Elke frequentie heeft zo zijn eigenschap. De regel is: hoe hoger de frequentie, hoe groter de verspreiding, maar hoe kleiner het bereik. Hoe lager de frequentie des te verder het bereik, maar hoe kleiner de verspreiding. Zo kan het signaal van 512Hz direct op een kabel gezet worden, zonder dat het overspringt naar een naastgelegen kabel. Tevens draagt het signaal veel verder, waardoor er over een langere afstand gedetecteerd kan worden.
Een signaalgenerator wordt gevoed door batterijen of door een accu. Het apparaat produceert altijd een akoestisch melding wanneer deze is ingeschakeld. De pieptoon zorgt ervoor dat de gebruiker en de nabije omgeving weet dat het apparaat is ingeschakeld. Omdat men vaak niet dichtbij de generator werkt, weten omstanders dat het apparaat niet is uitgeschakeld, maar nog operationeel is. Tevens zorgt het pieptoon ervoor dat de relatief kleine generator meer opvalt.
Een signaalgever wordt altijd gecombineerd met een kabeldetector. De frequentie wordt overgebracht op een kabel of leiding en kan vervolgens door de detector ontvangen worden. Het gaat hierbij om een geoptimaliseerd signaal, waardoor kabels en leidingen veel nauwkeuriger gelokaliseerd kunnen worden. Door de continue doorontwikkelingen kan inmiddels door veel detectoren tegenwoordig zelfs een diepte-indicatie geven van de ondergrondse kabel of leiding. Dit kan enkel in combinatie met een signaalgenerator.